Aan de hand van de gemaakte keuzes wordt een beheerplan opgesteld. In het beheerplan wordt onderbouwd hoe dit onderhoudsbudget ingezet wordt om het gewenste onderhoudsniveau te behalen en te behouden. Budgetten voor het klein onderhoud komen uit de exploitatie, het groot onderhoud uit de meerjarenplanningen worden gefinancierd met een voorziening.
Het beheerplan is uitvoeringsgericht en bevat geen nieuw vast te stellen budgetten. Het is daarom aan het college van B&W om deze te accorderen.
Met de paragraaf kapitaalgoederen in de begroting, wordt de raad jaarlijks op de hoogte gebracht van de uitgave van het onderhoudsbudget en het verloop van de kwaliteit. Het opstellen van het beheerplan start na vaststelling van het beleidsplan met bijbehorende ambitie en budgetten.
In het beheerproces valt het beheerplan onder het tactisch niveau. De input voor het beheerplan zijn naast het beleidsplan de inspecties die de huidige kwaliteit aangeven. Uit de inspectie blijkt wat de kwaliteit is, of er bijgestuurd moet worden en of er extra geld nodig is om een eventuele achterstand in te lopen. Aan de ander kant van de cirkel wordt het beheerplan en een meerjarenplanning opgesteld. In deze fase vindt de integrale afweging van de planning plaats met de overige disciplines voor zowel onderhoud als nieuwe aanleg en reconstructies.