Onderdelen beheerproces

Strategisch

Op het strategisch niveau wordt geëvalueerd hoe het beheer en de kwaliteit er voorstaat en of er bijgestuurd moet worden. Bijsturing kan plaatsvinden in kwaliteit of in budget. Bij minder beschikbaar budget zullen er keuzes gemaakt moeten worden in kwaliteit. Voor het opstellen van beleidsplannen wordt gebruik gemaakt van het bovenste deel van de beheercirkel en richten ons vanuit het strategisch niveau richting het tactisch niveau. Een beleidsplan geeft vanuit het strategische kader en de ambities invulling aan het beheer en onderhoud van wegen en openbare ruimte. 
Voor het opstellen van het beleidsplan worden de bovenste stappen uit de beheercirkel doorlopen. Deze stappen leiden tot een realistisch beleidsplan dat aansluit bij de doelstellingen voor doelmatig en duurzaam beheer. Wettelijke en strategische kaders vanuit andere beleidsvelden worden geanalyseerd en uitgewerkt in heldere scenario’s. In de scenario's wordt de impact van keuzes op geld, kwaliteit, beleving en risico’s duidelijk gedefinieerd. 
Voor het bepalen van de benodigde onderhoudsbudgetten voor wegen kan een, bij de gemeentelijke werkwijze en ondergrond, passende onderhoudsstrategie opgesteld worden. Hierbij worden onderhoudsmaatregelen gekoppeld aan functie (wegtype), gebruik en ligging waardoor differentiatie in kwaliteit kan ontstaan tegen acceptabele risico’s. Zo wordt een reëel onderhoudsbudget bepaald en wordt inzicht verkregen in de vervangingsbehoefte voor de lang termijn. 
Op basis van de uitgewerkte scenario’s kan de gemeenteraad keuzes maken in ambitieniveau en bijbehorende onderhoudsbudgetten en risico's. 
Bij eventuele bezuinigingen kan gericht bijgestuurd worden op kwaliteitsniveau en kunnen gevolgen en risico's direct zichtbaar gemaakt worden.

Tactisch

Het tactisch niveau is het middelste gedeelte van de beheercirkel. Hier komt ook alles samen. Keuzes die gemaakt zijn op het strategisch vlak (beleidsplan) vormen de basis voor het beheerplan. Het gekozen ambitieniveau (kwaliteit) en de daarbij behorende onderhoudsbudgetten zijn leidend voor het beheerplan. 
De kwaliteit (volgend uit de inspectie/monitoring) van het aanwezige areaal, het verloop van de kwaliteit en de eventuele achterstand vormen de basis voor de meerjarenplanning en het benodigd onderhoudsbudget. Afwijkingen ten opzichte van het beschikbaar budget worden inzichtelijk gemaakt en voorgelegd aan het college voor het maken van keuzes. Financiële gevolgen van een lagere kwaliteit (achterstand), die niet opgelost kunnen worden binnen de begroting dienen voorgelegd te worden aan de gemeenteraad. 
In het beheerplan worden de kaders, kwaliteit en budgetten weergegeven die leiden tot een meerjaren onderhoudsplanning.  
Het beheerplan wordt, regulier, ter goedkeuring voorgelegd aan het College van B&W. Bij financiële afwijkingen zullen deze eerst voorgelegd moeten worden aan de gemeenteraad. 

 Operationeel

Het operationeel niveau bevat de stappen van voorbereiding en uitvoering. Hierin wordt de meerjarenplanning uitgewerkt naar een jaarplan, het onderhoudsplan voor de komende 2 jaar. De meerjarenplanning wordt uitgewerkt naar projectniveau. 
Hiervoor worden onderzoeken verricht (o.a. naar teer en constructieopbouw) en uitgewerkt in een projectplan. Het resultaat van de stappen is een bestek met tekeningen of een open posten bestek (OMOP) voor meerjarig (asfalt of elementen) onderhoud. 
Dit wordt uitgevoerd en opgeleverd. 
Na oplevering wordt het werk overgedragen aan de beheerafdeling. Voor deze overdracht wordt een overdrachtsdossier opgesteld dat de overdracht vereenvoudigd en waarin afspraken worden vastgelegd. Het overdracht dossier bevat naast as-buit tekeningen en revisies, gegevens en afspraken waarmee het beheer op de afgesproken wijze kan plaatsvinden. 
Na overdracht kan het monitoren (met o.a. inspecties) gestart worden, waarmee het gebied op het gewenste ambitieniveau onderhouden kan worden.
Share by: